Het strafproces in een jeugdstrafzaak

Op de zitting komen alle betrokken partijen aan het woord. De minderjarige verdachte wordt gehoord door de kinderrechter, de officier van justitie vertelt of hij vindt dat het feit bewezen kan worden en welke straf hij vindt dat de minderjarige verdachte zou moeten krijgen en natuurlijk krijgt de advocaat de gelegenheid om ter verdediging een pleidooi te houden. Ook de andere aanwezigen krijgen vaak de ruimte om iets te vertellen over de minderjarige verdachte, zoals de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdbescherming en / of de ouders. Als laatste krijgt de minderjarige verdachte altijd het woord, hij mag als laatst nog reageren of iets vertellen dat hij nog graag wil zeggen tegen de kinderrechter.

Uitspraak van de kinderrechter

In de meeste gevallen doet de kinderrechter gelijk na de zitting, dus nog in de zittingszaal, mondeling uitspraak. Deze uitspraak heet vonnis. Als de zaak door drie rechters wordt behandeld (de meervoudige strafkamer), wordt 14 dagen na de zitting schriftelijk uitspraak gedaan.

Straffen en maatregelen

De kinderrechter legt een straf op als de minderjarige verdachte schuldig is en gestraft moet worden. Er zijn verschillende soorten straffen:

  • een jeugddetentie;
  • een taakstraf: werk- en leerstraf;
  • een geldboete.

Naast straffen zijn er ook een aantal maatregelen die de kinderrechter kan opleggen als een minderjarige verdachte schuldig is:

  • PIJ-maatregel;
  • gedragsbeïnvloedende maatregel;
  • onttrekking aan het verkeer;
  • schadevergoedingsmaatregel.

Hoger beroep / cassatie

Als de veroordeelde minderjarige het niet eens is met de uitspraak van de kinderrechter, kan in overleg met de advocaat binnen 14 dagen na de uitspraak hoger beroep worden ingesteld. Dit betekent dat een hogere instantie, het gerechtshof, de zaak opnieuw gaat beoordelen. Als de veroordeelde minderjarige het niet eens is met de uitspraak van het gerechtshof, dan kan de advocaat binnen 14 dagen na de uitspraak cassatie instellen bij de Hoge Raad. De Hoge Raad kan als laatste instantie kijken of het Gerechtshof het recht op de juiste manier heeft toegepast. Dit is een schriftelijke procedure.

Tijdens de zitting bij de kinderrechter zijn de deuren gesloten

De behandeling van de strafzaak van de minderjarige verdachte vindt plaats achter gesloten deuren. Dus alleen de betrokken partijen, zoals de rechter, de officier van justitie, de minderjarige verdachte en zijn advocaat, de ouders en bijvoorbeeld de jeugdreclasseerder, jeugdzorgwerker en iemand van de Raad voor de Kinderbescherming zijn aanwezig. De kinderrechter kan aan andere geïnteresseerden in bijzondere gevallen toestemming verlenen om de zitting bij te wonen.

De minderjarige verdachte is verplicht om op de zitting te verschijnen

De minderjarige verdachte is verplicht om op de zitting te verschijnen. De kinderrechter vindt het belangrijk om de minderjarige verdachte zelf te kunnen zien en spreken. Als de minderjarige verdachte niet op de zitting verschijnt, zal de kinderrechter de zaak aanhouden. In het geval de minderjarige niet is verschenen, kan de kinderrechter zelfs bepalen dat de minderjarige verdachte voor de volgende zitting door de politie wordt opgehaald.

Ouders van de minderjarige verdachte

De ouders van de minderjarige verdachte worden ook opgeroepen om de zitting bij te wonen. Ook de ouders van de minderjarige verdachte zijn verplicht om op de zitting te verschijnen. Het gaat wel alleen om de ouders die gezag hebben over de minderjarige verdachte. Aan de ouders kan op de zitting bijvoorbeeld door de kinderrechter worden gevraagd hoe het met de minderjarige verdachte gaat en of alles goed gaat op school. Indien de ouders (herhaaldelijk) niet verschijnen, kunnen ook zij door de politie worden opgehaald.